La questione se sia l'articolo 325, paragrafo 4, del TFUE o piuttosto l'articolo 83, paragrafo 2, del TFUE a costituire la base giuridica appropriata per la proposta all'esame è fondamentalmente riconducibile al quesito su quale di queste disposizioni costituisca una lex specialis per un caso come quello all'esame: l'articolo 325, paragrafo 4, rappresenterebbe una lex specialis per le misure a
dottate nell'ambito della lotta contro la frode/la tutela degli interessi finanziari dell'Unione, oppure l'articolo 83, paragrafo 2, costituirebbe una lex specialis per
taluni aspetti dell'armonizzazione ...[+++] dei codici penali nazionali, laddove tale armonizzazione è indispensabile per l'attuazione efficace di una politica dell'Unione in un settore che è stato oggetto di misure di armonizzazione?De vraag of artikel 325, lid 4, dan wel artikel 83, lid 2, VWEU de juiste rechtsgrondslag is voor dit voorstel komt in wez
en neer op de vraag welke van deze bepalingen de lex specialis is in een geval als het onderhavige: is artikel 325, lid 4, VWEU een lex specialis voor maatregelen ter bestrijding van fraude of ter bescherming van de financiële EU-belangen, of is artikel 83, lid 2, VWEU een lex specialis voor bepaald
e onderdelen van de harmonisatie van nationaal strafrecht, waar deze harmonisatie onmisbaar is voor een doeltreffende
...[+++]uitvoering van uniebeleid op een gebied waar harmonisatiemaatregelen zijn getroffen?