La Corte di giustizia ha interpretato i confini entro cui sussiste discriminazione a motivo delle tendenze sessuali con alcune sentenze epocali, come le sentenze Maruko e Römer[87], nelle quali conclude che, se il diritto nazionale pone persone dello stesso sesso in una posizione analoga a quella dei coniugi, le disposizioni nazionali che negano ai partner dello stesso sesso le prestazioni riconosciute ai coniugi rientrano nella sfera di applicazione della direttiva.
In een aantal belangrijke uitspraken, zoals die in de zaken Maruko en Römer[87], heeft het HvJ-EU de grenzen van "seksuele geaardheid" als discriminatiegrond uitgelegd. Daarbij concludeerde het HvJ-EU dat als de nationale wet mensen van hetzelfde geslacht in een situatie brengt die vergelijkbaar is met die van echtgenoten, nationale regels die levenspartners van hetzelfde geslacht uitsluiten van sociale voorzieningen waarvoor echtgenoten wel in aanmerking komen, binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen.