26. fa notare che l'espansione dello stato patrimoniale della BCE non ha generato inflazione e se ne compiace; evidenzia il ruolo sempre più rilevante della Banca stessa quale controparte centrale delle banche dell'area dell'euro, un
a circostanza che è indice di un temporaneo passaggio dell'intermediazione dal mercato interbancario all'Eurosistema nonché di un aumento dei titoli dell'area dell'euro detenuti da quest'ultimo che, nel tempo, giungeranno a scadenza; rileva inoltre che la concessione di liquidità a banche solvibili non i
...[+++]mplica necessariamente un aumento dell'offerta monetaria; constata altresì che le misure non convenzionali sono di carattere temporaneo; è convinto che gli sviluppi descritti, uniti a determinati fattori esterni, abbiano permesso il mantenimento di un livello di inflazione costante che si è assestato intorno al 2%; 26. wijst erop en beschouwt het als positief dat de door de ECB doorgevoerde balansverruiming geen inflatoir effect heeft gehad; wijst erop dat de ECB steeds meer optreedt als centrale tegenpartij tussen de banken van de eurozone, hetgeen een tijde
lijke verschuiving weerspiegelt van de intermediaire rol welke zij vervult op de interbancaire markt naar die binnen het Eurosysteem, en daarnaast wijst op een toename van de omvang van de op termijn vervallende effecten die worden aangehouden binnen het Eurosysteem; merkt voorts op dat het ter beschikking stellen van liquiditeit aan solvabele banken niet noodzakelijkerwijs tot een verruiming
...[+++] van de geldhoeveelheid leidt en dat de getroffen buitengewone maatregelen een tijdelijk karakter hebben; is ervan overtuigd dat al deze ontwikkelingen er, in combinatie met externe factoren, voor hebben voor gezorgd dat de inflatie constant rond de 2% is gebleven;