Se la decisione della Commissione Europea 2013/448/UE del 5 settembre 2013 sia invalida, alla luce dei principi comunitari dell’effetto utile e di proporzionalità di cui all’art. 5 del TUE, avendo indebitamente determinato una lesione della legittima aspettativa delle società ricorrenti a mantenere il quantitativo di quote assegnato in via preliminare e ad esse spettante sulla base delle previsioni della Direttiva, con ciò determinando una privazione dell’utilità economica connessa al predetto bene.
Is besluit 2013/448/EU van de Europese Commissie van 5 september 2013 ongeldig in het licht van de gemeenschapsrechtelijke beginselen van nuttige werking en evenredigheid als bedoeld in artikel 5 VEU, doordat daarbij afbreuk is gedaan aan verzoeksters’ gerechtvaardigd vertrouwen om in het bezit te blijven van de hoeveelheid voorlopig toegewezen emissierechten die hun toekwam op basis van hetgeen was voorzien in de richtlijn, zodat hun het aan dat goed verbonden economisch nut is ontnomen?