2.5.2. se il motore ha più tubi di scarico, si eseguono le prove riunendo tutte le uscite in un dispositivo adeguato che garantisca la miscelazione dei gas e termini con un unico orifizio. Tuttavia, le prove in accelerazione libera possono essere svolte su ciascuna delle uscite. In questo caso, il valore utilizzato per il calcolo della correzione del coefficiente di assorbimento è la media aritmetica dei valori rilevati su ciascun tubo e la prova è considerata valida soltanto se i valori estremi misurati non differiscono di più di 0,15 m-1.
2.5.2. Indien de motor van verschillende uitlaatopeningen is voorzien worden voor de uitvoering van de proeven alle openingen aangesloten op een geschikte inrichting waarin de gassen worden vermengd en die in een enkele opening uitmondt. De vrije acceleratieproeven kunnen evenwel bij elke uitlaatopening worden verricht. In dat geval wordt de waarde die voor het berekenen van de correctie van de absorptiecoëfficiënt wordt gebruikt, gevormd door het rekenkundig gemiddelde van de bij elke opening opgetekende waarden; de proef wordt slechts geldig geacht indien de gemeten uiterste waarden onderling niet meer dan 0,15 m-1 verschillen.