32. Opina que los Estados miembros no han de abusar de la política de integración para efectuar en la práctica un paro de la inmigración; pide a los Estados miembros que no impongan a los inmigrantes pruebas de integración y requisitos lingüísticos que hayan de cumplir antes de su entrada en un Estado miembro;
32. is van mening dat integratiebeleid door lidstaten niet misbruikt moet worden om in de praktijk een feitelijke immigratiestop te bewerkstelligen; verzoekt de lidstaten geen integratietesten en taalvereisten op te leggen waaraan immigranten vóór hun binnenkomst in een lidstaat moeten voldoen;