3. rileva che, a seguito dell'entrata in vigore del trattato di Lisbona, il diritto a una buona amministrazione è un diritto fondamentale dei cittadini e che le procedure amministrative non vincolanti, che possono essere modificate unilateralmente dall'istituzione coinvolta, non sono sempre sufficienti per tutelare il diritto dei singoli a una buona amministrazione, anche se, nel quadro di una cultura complessiva della buona amministrazione, manterranno la loro importanza come complemento delle disposizioni vincolanti;
3. wijst erop dat na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon het recht op goed bestuur een grondrecht van burgers is, en dat bestuurlijke procedures onder "zachte wetgeving", die eenzijdig door de betrokken instelling kunnen worden gewijzigd, niet altijd voldoende zijn om het individuele recht op goed bestuur te waarborgen, hoewel zij in het kader van een algemene cultuur van goed bestuur als aanvulling op "harde" wettelijke bepalingen zinvol zullen blijven;