3. Sono già state adottate tre misure: la direttiva 2010/64/UE del Parlamento europeo e del Consiglio, del 2
0 ottobre 2010, sul diritto all'interpretazione e alla traduzione nei procedimenti penali[2] , la direttiva 2012/13/UE del Parlamento europeo e del Consiglio, del 22 maggio 2012, sul diritto all'informazione nei procedimenti penali[3], e la direttiva 2013/48/UE del Parlamento europeo e del Consiglio, del 22 ottobre 2013, relativa al diritto di avvalersi di un difensore nel procedimento penale e nel procedimento di esecuzione del mandato d'arresto europeo, al diritto di informare un terzo al momento della privazione della libertà pe
...[+++]rsonale e al diritto delle persone private della libertà personale di comunicare con terzi e con le autorità consolari[4]. La presente iniziativa fa parte di un pacchetto unico comprendente misure a tutela di soggetti vulnerabili indagati o imputati nei procedimenti penali e una direttiva sul rafforzamento di alcuni aspetti della presunzione di innocenza e del diritto di presenziare al processo nei procedimenti penali, che sono principi fondanti del diritto a un equo processo.3. Er zijn al drie maatregelen vastgesteld, te weten: Richtlijn 2010/64/EU van het Europ
ees Parlement en de Raad betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures[2] (oktober 2010), Richtlijn 2012/13/EU van het Europ
ees Parlement en de Raad betreffende het recht op informatie in strafprocedures[3] (mei 2012) en Richtlijn 2013/48/EU van het Europ
ees Parlement en de Raad betreffende het recht op toegang tot een advo
...[+++]caat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbenemingen[4](oktober 2013). Maatregelen inzake de bescherming van kwetsbare verdachten of beschuldigden in strafprocedures worden met het onderhavige initiatief gepresenteerd als een pakket, samen met een richtlijn betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en het recht om in strafprocedures bij het proces aanwezig te zijn, die deel uitmaken van de onderliggende beginselen inzake het recht op een eerlijk proces.