L'indipendenza dell'organo di conciliazione è un requisito già chiaramente fissato nella decisione della Commissione n. 94/442/CE, modificata dalla decisione 2000/649/CE del12 ottobre 2000, secondo cui i cinque membri dell'organo di conciliazione devono essere "scelti fra le personalità che offrano la massima garanzia d'indipendenza e altamente qualificate nelle materie di competenza del FEAOG-garanzia o nella pratica della revisione contabile".
De onafhankelijkheid van het bemiddelingsorgaan is een duidelijke eis, die reeds is vastgelegd in Beschikking nr. 94/442/EG van de Commissie, zoals gewijzigd bij Beschikking 2000/649/EG van 12 oktober 2000, waarin is vastgesteld dat de vijf leden van het bemiddelingsorgaan moeten worden "gekozen uit de vooraanstaande personen die alle nodige garanties inzake onafhankelijkheid bieden en die zeer deskundig zijn op de terreinen waarop het EOGFL, Afdeling Garantie, werkzaam is of grote praktijkervaring op het gebied van de financiële audit bezitten".