5. rileva che, prima dell'avvio nella primavera 2010 del programma di assistenza UE-FMI, sussisteva il duplice timore della «insolvenza» e della «non sostenibilità» delle finanze pubbl
iche della Grecia a causa del costante declino della competitività dell'economia e di un bilancio da tempo fuori parametri a causa della bassa efficacia del
la riscossione dell'imposta sulle società, con un disavanzo pubblico attestatosi al 15,7% del PIL nel 2009 (dopo il -6,5% del 2007) e un rapporto debito-PIL c
...[+++]he proseguiva la tendenza al rialzo dal 2003 (97,4%) raggiungendo il 129,7% nel 2009 e il 156,9% nel 2012; è del parere che la situazione problematica della Grecia fosse dovuta anche alle manipolazioni statistiche operate negli anni precedenti il varo del programma; si compiace del decisivo intervento del governo greco, che ha deciso di affrontare con urgenza ed efficacia detti problemi, anche attraverso l'istituzione nel marzo 2010 di un'autorità statistica ellenica indipendente; nota che la progressiva scoperta dei falsi statistici in Grecia si è tradotta nella necessità di adattare moltiplicatori, previsioni e proposte di interventi; ricorda che grazie all'insistenza del Parlamento europeo, Eurostat (l'ufficio statistico dell'Unione europea) ha ora i poteri e i mezzi per fornire una base solida di dati statistici obiettivi e affidabili; 5. merkt op dat er vóór de aanvang van het door de EU en het IMF opgezette bijstandsprogramma, dat in het voorjaar van 2010 van start ging, sprake was van een tweeledig risico ten aanzien van de „insolventie” en de „onhoudbaarheid” van de Griekse overheidsfinanciën, die voortvloeiden uit de stelselmatig verslechterende concurrentiepositie van de Griekse economie en een langdurig budgettair wanbeleid, waarbij er de facto slechts heel weinig bedrijfsbelastingen werden geïnd en het overheidstekort in 2009 opliep tot 15,7% van het bbp, terwijl er in 2007 nog een overschot was van 6,5%, en de schuldquote sinds 2003 – toen zij nog op 97,4% stond – steeds verder opliep, en steeg tot 107,4% in 2007, 129,7% in 2009 en 156,9% in 2012; is van mening
...[+++]dat de problematische situatie in Griekenland ook te wijten was aan statistische fraude in de jaren die aan de invoering van het programma voorafgingen; is ingenomen met het daadkrachtige optreden van de Griekse regering om deze problemen met spoed en doeltreffend aan te pakken, onder meer door de oprichting van het onafhankelijke Griekse centraal bureau voor de statistiek in maart 2010; merkt op dat het geleidelijk blootleggen van de statistische fraude in Griekenland ook tot gevolg had dat de gebezigde berekeningsmethoden en prognoses en de voorgestelde maatregelen moesten worden bijgesteld; herinnert eraan dat Eurostat (het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie) op aandringen van het Europees Parlement bevoegdheden en middelen heeft gekregen om een solide basis voor betrouwbare en objectieve statistieken te leggen;