Se una controversia riguardante un’azione revocatoria fallimentare possa essere equiparata a una controversia concernente misure esecutive ai sensi dell’articolo 14, paragrafo 2 e se da ciò possa desumersi che, in base alla direttiva, lo Stato membro adito sia dotato di legittimazione passiva anche in tale controversia.
Kan een geding in verband met de heropname van goederen in de failliete boedel worden gelijkgesteld met een geschil in verband met executiemaatregelen in de zin van artikel 14, lid 2, van de richtlijn en kan hieruit worden afgeleid dat volgens de richtlijn de aangezochte staat ook in dat geding optreedt als verweerder?