IL CONSIGLIO DELLE COMUNITÀ EUROPEE, visto il trattato che istituisce la Comunità economica europea, in particolare l'articolo 100, vista la proposta della Commissione (1), visto il parere del Parlamento europeo (2), visto il parere del C
omitato economico e sociale (3), considerando che la conclusione di un contratto o di un impegno unilaterale tra un commerciante e un consumatore fuori dei locali commerciali di detto commerciante costituisce una
prassi commerciale corrente negli stati membri e che tali contratti o impegni unilaterali
...[+++] sono disciplinati da legislazioni differenti secondo gli stati membri; considerando che una disparità tra tali disposizioni legislative può avere un' incidenza diretta sul funzionamento del mercato comune; che è pertanto necessario ravvicinare le disposizioni legislative vigenti in questo settore; considerando che il programma preliminare della Comunità economica europea per una politica di protezione e d'informazione del consumatore (4) prevede tra l'altro, ai punti 24 e 25, che siano adottati provvedimenti per tutelare i consumatori contro pratiche commerciali abusive nel settore delle vendite a domicilio; che il secondo programma della Comunità economica europea per una politica di tutela e informazione dei consumatori (5) ha confermato le azioni e le priorità del programma preliminare; considerando che la caratteristica dei contratti conclusi fuori dai locali commerciali del commerciante è che, di regola, il commerciante prende l'iniziativa delle trattative, il consumatore è impreparato di fronte a queste trattative e si trova preso di sorpresa; che il consumatore non ha spesso la possibilità di confrontare la qualità e il prezzo che gli vengono proposti con altre offerte; che questo elemento di sorpresa è generalmente presente non soltanto nel caso di contratti conclusi a domicilio, ma anche in altre forme di contratti conclusi dal commerciante fuori dai propri locali; considerando che è opportuno accordare al consumatore ...DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gezien het advies van het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat het sluiten van overeenkomsten of eenzijdige verbintenissen t
ussen handelaren en consumenten buiten de verkoopruimten van de handelaar een handelspraktijk vormt die in de Lid-Staten van de Gemeenschap vaak voorkomt en dat dergelijke overeenkomsten en verbintenissen tot wettelijke voorschriften aanleiding hebben gegeven die van Li
...[+++]d-Staat tot Lid-Staat verschillen; Overwegende dat dispartiteiten tussen deze wettelijke voorschriften rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de werking van de gemeenschappelijke markt; dat derhalve op dit gebied de wettelijke voorschriften nader tot elkaar dienen te worden gebracht; Overwegende dat in het eerste programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) onder de nummers 24 en 25 onder meer het treffen van de nodige maatregelen tot bescherming van de consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken bij de huis-aan-huisverkoop werd voorgeschreven; dat in het tweede programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (5) wordt bevestigd dat de acties van het eerste programma worden voortgezet en de daarin gestelde prioriteiten blijven gelden; Overwegende dat overeenkomsten die buiten de verkoopruimten van de handelaar worden gesloten, worden gekenmerkt door het feit dat het initiatief tot de besprekingen in de regel van de handelaar uitgaat en de consument zich op generlei wijze op deze besprekingen heeft voorbereid en wordt overvallen; dat de consument dik- wijls niet in staat is kwaliteit en prijs van het aanbod met andere aanbiedingen te vergelijken; dat dit verrassingselement niet a ...