Occorre rilevare che si evince dalla sentenza impugnata che, con lettera del 15 ottobre 2010, il direttore generale facente funzioni dell’OLAF ha indicato alla ricorrente, in risposta alla sua domanda intesa al prolungamento del suo contratto di agente temporaneo, che quest’ultimo sarebbe cessato il 31 dicembre 2010, essendo impossibile prolungare il medesimo al di là del periodo massimo di otto anni per il personale temporaneo impiegato presso l’OLAF.
Vastgesteld zij dat uit het bestreden arrest blijkt dat de waarnemend directeur-generaal van OLAF rekwirante bij brief van 15 oktober 2010, in antwoord op haar verzoek om verlenging van haar overeenkomst van tijdelijk functionaris, heeft aangegeven dat deze overeenkomst op 31 december 2010 zou aflopen, daar er geen mogelijkheid was om deze nog te verlengen na de maximumperiode van acht jaar voor tijdelijk personeel bij OLAF.