Inoltre, il criterio del perdurare nel tempo dei meriti non può semplicemente reintrodurre, nell’esame comparativo effettuato ai sensi dell’articolo 45, paragrafo 1, dello Statuto, il criterio dell’anzianità, dato che un’elevata anzianità può benissimo non coincidere con meriti elevati e costanti nel tempo, così che i due criteri non sono affatto coincidenti, sebbene fra gli stessi esista un certo legame.
Voorts kan het criterium van de bestendigheid van de verdiensten niet opnieuw het criterium van de diensttijd invoeren bij de vergelijking krachtens artikel 45, lid 1, van het Statuut, aangezien een lange diensttijd niet noodzakelijkerwijs gepaard gaat met grote en bestendige verdiensten, zodat de twee criteria niet samenvallen, ook al bestaat er een zeker verband tussen hen.