10. esorta il VP/AR, il SEAE, il Consiglio e la Commissione, ai fini dell'efficienza, a garantire la coerenza e la concordanza tra i vari strumenti finanziari esterni e le diverse attività e metodologie di analisi comparativa, d
i monitoraggio e di valutazione dell'UE, esistenti o previste, concernenti la situazione dei diritti umani e della democrazia nei paesi terzi, tra cui: le sezioni sui diritti umani e la democrazia nelle relazioni sullo stato di avanzamento nell'ambito dell'allargamento e della politica di vicinato; la valutazione del principio «more for more» (maggiori aiuti a fronte di un maggiore impegno) in materia di diritti
...[+++]umani e democrazia definito in relazione alla politica europea di vicinato; la prevista inclusione dei diritti umani nelle valutazioni d'impatto effettuate in vista di proposte legislative e non legislative e degli accordi commerciali, di partenariato, di associazione e di cooperazione a livello regionale o bilaterale; il piano della Commissione di integrare una valutazione dei diritti umani nell'impiego delle modalità di aiuto dell'UE (in particolare per quanto riguarda il sostegno al bilancio); una maggiore attuazione del meccanismo di monitoraggio per controllare il rispetto delle convenzioni sui diritti umani nei paesi dell'SPG+; l'obiettivo di rendere più sistematico l'uso a posteriori delle relazioni delle missioni di osservazione elettorale dell'UE; l'importanza attribuita dal Consiglio dell'Unione europea all'analisi comparativa nonché a una considerazione costante e sistematica degli aspetti riguardanti i diritti umani, il genere e i minori coinvolti nei conflitti armati nei documenti sugli insegnamenti tratti delle missioni PSDC; 10. dringt er bij de HV/VV, de EDEO, de Raad en de Commissie op aan om, met het oog op efficiëntie, te zorgen voor samenhang en consistentie tussen enerzijds de diverse externe financiële instrumenten en de reeds bestaande of geplande EU-activiteiten op het gebied van benchmar
king, monitoring en evaluatie en anderzijds de bij situaties met betrekking tot mensenrechten en democratie in derde landen gevolgde methodologie, waartoe behoren: de hoofdstukken over mensenrechten en democratie in de voortgangsverslagen over de uitbreiding en de tenuitvoerlegging van het nabuurschapsbeleid; de beoordeling van het „meer voor meer”-beginsel voor me
...[+++]nsenrechten en democratie dat is vastgesteld voor het Europees nabuurschapsbeleid; de geplande opneming van mensenrechten in de effectbeoordelingen die worden gemaakt voor wetgevingsvoorstellen en niet-wetgevingsvoorstellen en regionale en bilaterale overeenkomsten, of dat nu handels-, partnerschaps-, samenwerkings- of associatieovereenkomsten zijn; het plan van de Commissie om te voorzien in mensenrechtenbeoordelingen bij de inzet van steuninstrumenten van de EU (met name voor begrotingssteun); versterking van de tenuitvoerlegging van het monitoringmechanisme voor het toetsen van de naleving van de mensenrechtenverdragen in SAP+-landen; het doel om de follow-up van verslagen over verkiezingswaarnemingsmissies van de EU stelselmatiger te gebruiken; en de nadruk van de Raad van de Europese Unie op benchmarking en op het constant en stelselmatig meenemen van aspecten in verband met mensenrechten, gender en kinderen in gewapende conflicten in de documenten over de geleerde lessen van de GVDB-missies; 
