In deroga ai paragrafi da 1 a 4, gli Stati membri che, al 1o gennaio 1993, non si avvalevano della facoltà di cui all'articolo 12, paragrafo 3, lettera a), terzo comma possono, prevedere che all'importazione di oggetti d'arte, da collezione o d'antiquariato secondo la definizione di cui all'articolo 26 bis, parte A, lettere a), b) e c) la base imponibile sia pari a una frazione dell'importo determinato conformemente ai paragrafi da 1 a 4.
In afwijking van de leden 1 tot en met 4 kunnen de Lid-Staten die op 1 januari 1993 geen gebruik maakten van de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde mogelijkheid, bepalen dat bij de invoer van de in artikel 26 bis, onderdeel A, onder a), b) en c), gedefinieerde kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten de maatstaf van heffing gelijk is aan een gedeelte van het overeenkomstig de leden 1 tot en met 4 vastgestelde bedrag.