La valvola deve aprirsi quando la contropressione dei gas di scarico, misurata almeno 100 mm a valle del manicotto di entrata, raggiunge un valore compreso fra 0,35 e 0,40 bar.
Het ventiel moet opengaan wanneer de tegendruk van de uitlaatgassen, gemeten op tenminste 100 mm achter de inlaatflens, een waarde tussen 0,35 en 0,40 bar bereikt.