3. Se, in base alla valutazione dei rischi ambientali e tenuto conto, in particolare, delle direttive 76/464/CEE, 80/68/CEE o 2000/60/CE, secondo il caso, l'autorità competente decide che la raccolta e il trattamento del percolato non sono necessari o se stabilisce che la struttura non rappresenta alcun potenziale pericolo per il suolo, le acque sotterranee o di superficie, è possibile limitare o rinunciare all'applicazione del paragrafo 1, lettere (b), c) e d).
3. Als de bevoegde autoriteit op basis van een beoordeling van de milieurisico's en rekening houdend met in het bijzonder Richtlijn 76/464/EEG, Richtlijn 80/68/EEG of Richtlijn 2000/60/EG, voorzover van toepassing, heeft besloten dat het verzamelen en behandelen van percolaat niet nodig is, of als is vastgesteld dat de afvalvoorziening geen potentieel gevaar voor de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater vormt, kunnen de voorschriften van lid 1, onder (b), c) en d) , dienovereenkomstig worden afgezwakt of vervallen.