L. considerando che le donne e le ragazze disabili sono esposte a una molteplice discriminazione derivante dalle disuguaglianze di genere, dall'età, dalla religione, dall'etnia, dal comportamento culturale e sociale, nonché dagli stereotipi sulla disabilità, che vanno combattuti; che le donne disabili sono spesso discriminate, rispetto agli uomini disabili per quanto riguarda l'accesso all'occupazione e all'istruzione; che la Commissione e gli Stati membri possono contrastare questo fenomeno integrando la dimensione di genere in tutti gli ambiti pertinenti delle politiche in materia di disabilità;
L. overwegende dat vrouwen en meisjes met een handicap blootgesteld worden aan meervoudige discriminatie opgrond van geslacht, leeftijd, religie, etniciteit, cultureel en sociaal gedrag en stereotypen met betrekking tot handicaps, die aangepakt moeten worden; overwegende dat vrouwen met een handicap vaak gediscrimineerd worden in vergelijking tot mannen met een handicap wat de toegang tot werk en onderwijs betreft; overwegende dat de Commissie en de lidstaten hiertegen kunnen optreden door genderaspecten te integreren in alle relevante terreinen van hun beleid ten aanzien van mensen met een handicap;